'The Intimacy Factor' Pia Mellody

Heb je een boek gelezen waar je veel aan had, meld het hier en vertel waarom.
Bericht
Auteur
Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#16 Bericht door Anna » ma jul 18, 2011 12:40 pm

Mensen die niet kunnen voorzien in hun eigen behoeften omdat ze zich volledig wijden aan de behoeften van anderen kunnen geen relatie hebben. Door te ontkennen dat ze zelf behoeften hebben, ontnemen ze hun partner de mogelijkheid interdependent te zijn, als gever en als ontvanger. De dienstbaarheid van wensloze en behoefteloze mensen lijkt zielloos, afkomstig van mensen die het contact met hun gevoel van eigen wensen en behoeften kwijt zijn. Deze mensen lopen een grote kans te worden afgewezen, ondanks hun schijnbare welwillendheid om te geven, omdat hun partner zal voelen dat hij of zij gemanipuleerd wordt om iets aan de gever te geven wat de gever zelf nodig heeft maar wat die gever niet zal uiten. De ontvanger zal een verplichting voelen om dankbaar te zijn, maar voelt dat het geschenk gegeven wordt vanuit een gevoel van ongemak, een beschadiging.

Ontluikende ratio, of het beginnend verstandelijk vermogen de waarheid te herkennen, is een ander kenmerk van het authentieke kind. Alle menselijke kinderen hebben de kiem, of ‘chip’ van de rede – wat de Griekse filosofen logos noemden. Hun geest, wanneer deze goed gevoed werd, zal leren het verschil te herkennen tussen waarheid en vergissing; om relevante gegevens te onderscheiden van irrelevante gegevens; om gemeenschappelijke noemers en analogieën [overeenkomsten] te kunnen zien in complexe gegevens; en te kunnen inschatten wat leidt tot succes en wat tot mislukking in gewone dagelijkse taken.

Onvolwassen ouders kunnen zich ongemakkelijk voelen wanneer een kind zijn waarheid begint te ontdekken. Bijvoorbeeld, een kind kan zijn vader op de grond zien liggen op het kleed in de woonkamer met zijn gezicht naar beneden en ruikend naar alcohol en met een fles whisky naast hem. Hij rent naar zijn moeder en zegt dat papa is flauwgevallen in de woonkamer. Het kind vraagt of papa dronken is. Het beschamende antwoord van moeder is dat hij niet dronken is maar dat hij gewoon een dutje doet. Ze poeiert het kind af door hem te zeggen dat hij buiten moet gaan spelen. Wat na verloop van tijd met dit kind gebeurt als hij aldoor met dit soort ontkenning van de waarheid wordt geconfronteerd is dat hij begint te twijfelen aan zijn eigen waarneming. In zijn natuurlijke zelf-gecenterd zijn zal het kind het idee ontwikkelen dat hij niet in staat is om te zien wat waar is en wat niet waar is. Als hij volwassen wordt zal hij de grootste moeite hebben met weten wat zijn eigen waarheid is en daar verantwoordelijkheid voor te kunnen nemen. Hij zal altijd leven in reactie op wat andere mensen denken dat er gebeurt, in de veronderstelling dat de inschatting van anderen beter is dan zijn eigen beschadigde beoordelingsvermogen. Hij schenkt geen of weinig aandacht aan wat er in hemzelf omgaat.

Mensen die twijfelen aan hun eigen waarheid kunnen nooit echt zijn tegenover hun partner. Ze kijken altijd naar hun partner zodat ze zich kunnen aanpassen aan de beoordeling van de waarheid van hun partner. “Nee, vertel me wat jij over de situatie denkt”, is hun geliefde antwoord. Ze worden wat ze denken dat hun partner nodig heeft. Hun ware zelf komt nooit naar boven in de relatie, en de partner krijgt het gevoel dat ze afgesneden zijn van elkaar – dat de partner inderdaad in de steek is gelaten door gebrek aan een authentieke aanwezigheid om contact mee te hebben.

Een variatie van het thema mishandeling door de ouders met betrekking tot het kenmerk ratio gebeurt wanneer de ouder misvattingen van de werkelijkheid bij het kind ongecorrigeerd laat. De ouder daagt het kind niet uit en helpt hem niet helder te leren denken. Het kind heeft zijn moeder misschien verteld dat de reden waarom hij een hekel heeft aan school is dat de lerares de rijke kinderen in de klas voortrekt. De moeder schaart zich achter de smoes van haar zoon, waarbij ze misschien iets van haar eigen strijd op school op hem projecteert. “Je hebt gelijk, Tommy. Je moet die rijke kinderen niet vertrouwen. Die weten geen moer. Mensen zoals wij weten alleen hoe het werkelijk zit”. Dit kind groeit op in de overtuiging van zijn waanidee. Hij heeft echt het idee dat hij het allemaal weet en gedraagt zich daar ook naar. Als hij een relatie krijgt kan hij er niet tegen de mening van zijn partner te horen als die in strijd is met die van hem. Hij gedraagt zich respectloos en intolerant. Hij wordt een ‘offender’ – iemand die het recht van zijn partner om uiting te geven aan haar eigen waarheid onderuithaalt.

Ouders die op een volwassen manier omgaan met het authentieke kenmerk van ontluikende ratio besteden veel tijd aan het luisteren naar en het ondersteunen van hun kinderen bij het uitdrukken van hun gedachten en gevoelens, en door hun tijd en vertrouwen te geven om te vertellen wat er in hen omgaat. Als de ouders horen dat hun kinderen verwikkeld zijn in misvattingen, bieden ze hun een bruikbare vervanging aan van die realiteit overeenkomstig de logica en hun ervaring. Volwassen ouders kunnen dit doen zonder hun kinderen te beschamen waardoor de kinderen zouden kunnen denken dat er iets mankeert aan hun eigen denkprocessen.
Deze kinderen die vertrouwen hebben in hun vermogen de waarheid te leren kennen, hebben niet alleen profijt van wat zij leren maar ook van het proces zelf. Ze leren dat het ontdekken van de waarheid ook inhoudt dat je fouten maakt en misleid wordt. Ze leren niet bang te zijn of zich vernederd te voelen door fouten te maken in de zoektocht met een open mind naar bewijs en de waarheid. In relaties zijn ze niet bang om hun waarheid te uiten zoals zij die zien en zich te laten leiden door de waarheid als ze die horen van hun partner. Dit vermogen om de waarheid te horen en zich erdoor te laten veranderen is een les in nederigheid.

Volwassen ouders leren hun kinderen dat het niet allemaal weten niet iets is om je voor te schamen. Als deze kinderen hun eigen waarheid hebben in een relatie en hun partner stelt deze ter discussie, zijn ze in staat vast te houden aan hun eigen waarheid terwijl ze ondertussen onderzoeken wat die ander hen vertelt. Ze hebben het kernvermogen ontwikkeld om van gedachten te veranderen zonder daarbij het gevoel te hebben dat er iets aan hen mankeert.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#17 Bericht door Anna » za jul 30, 2011 5:29 pm

Het vijfde kenmerk van het authentieke kind is gepaste onvolwassenheid. Een kind moet zich op haar gemak kunnen voelen wanneer het zich gedraagt overeenkomstig haar leeftijd. Ze moet het niet nodig hebben macht te hebben die ze nog niet heeft, of wijsheid en beoordelingsvermogen die ze nog niet heeft. Op zesjarige leeftijd moeten er geen dingen van haar verwacht worden die horen bij een kind van twaalf. Op veertienjarige leeftijd moet ze geen goedkeuring hoeven zoeken door zich zo hulpbehoevend en ongedisciplineerd te gedragen als een kind van zes.
Een onvolwassen ouder zal een klein meisje prijzen door te zeggen dat ze pas acht jaar oud is maar dat ze door de manier waarop ze zich gedraagt wel veertien lijkt. De ouder laat het dan toe dat er bij de dochter een ongepaste volwassenheid wordt gecreëerd zodat het kind de ouders op hun gemak kan stellen. De ouder vraagt van het kind de zorg op zich te nemen voor de ouder. Het kind krijgt niet de kans kind te zijn.
Het kind probeert haar plek in het gezin te krijgen door haar pogingen volwassen te zijn. De veiligheid die ze heeft gewonnen door haar spontaniteit te beheersen heeft daarentegen van haar geëist haar vrijheid om echt te zijn te ontkennen. Ze wordt uiteindelijk iemand die vervreemd is van haar zelf door in ernstige mate haar natuurlijke bruisende energie te beheersen die past bij haar echte leeftijd. Ze weet niet wie ze werkelijk is. En in volwassen relaties zal ze proberen zichzelf en anderen onder controle te houden.
Controlerende mensen geven de boodschap aan hun partners dat hun partner niet het recht heeft te zijn wie hij of zij is. Wie de partner is is fout. Deze mensen die zo “losgeslagen zijn in het willen hebben van controle” [out of control with being in control] zullen anderen beschamen en moeilijk zijn in de omgang.

Ouders die onvolwassen zijn met betrekking tot het kenmerk van gepaste onvolwassenheid van een kind zullen een kind aanmoedigen zich jonger te gedragen dan haar leeftijd. Als een kind van tien een driftbui heeft zoals een kind van twee dat zou doen, zullen de ouders toegeven aan deze kinderlijke uitbarsting alsof ze er een gevoel van beloning uit halen zoals ze die krijgen in de eerste jaren wanneer het kind nog volkomen hulpeloos is en totaal afhankelijk van de ouders. Als de ouder dit soort beloning blijft zoeken terwijl het kind de babyleeftijd voorbij is, kan deze ouder het kind ernstige schade toebrengen. Dit kind wordt aangemoedigd om zich onbeheerst te gedragen. Ze wordt volwassen met een beschadigd vermogen om haar emoties en begeertes te beheersen. Ze is het soort volwassene dat doet waar ze zin in heeft. Ze is “in controle in het losgeslagen zijn” [in control of being out of control] waarbij ze haar invloed in relaties bepaalt op grond van wat ze in haar jeugd heeft geleerd – dat ze het recht heeft zich uit te drukken zonder de beheersing die gepast is voor haar leeftijd. Je kunt geen relatie hebben met zo iemand. Het enige wat je kunt doen is haar uit de weg gaan. Mensen die hebben geprobeerd een relatie te hebben met de onbeheerste begeertes van verslaafden hebben deze les op een pijnlijke manier geleerd.

Volwassen ouders zullen weten wat ze kunnen verwachten in ieder ontwikkelingsstadium. Ze zullen hun kinderen zorgvuldig toestaan zich te gedragen naar hun leeftijd, en als die zich niet naar hun leeftijd gedragen zullen de ouders hen daarop aanspreken en daarbij een uitleg en een beschrijving van de consequenties geven als ze doorgaan met dit ongepaste gedrag. De kinderen leren dat ze niet maar kunnen doen waar ze zin in hebben, dat er altijd de verwachting is dat ze zich gedragen naar hun leeftijd. Er wordt aan de kinderen informatie en instructies gegeven over wat gepast gedrag is bij welke leeftijd en ze krijgen letterlijk ondersteuning in het volwassen worden. Later, als volwassenen zullen ze het onderscheid kunnen maken tussen volwassen en onvolwassen gedrag.
Omdat ze weten dat ze zich moeten gedragen als volwassenen verschaffen zij hun partner de ervaring van met een andere volwassene te doen te hebben, in plaats van heen en weer te gaan tussen volwassen gedrag en kinderstadia. Als een dergelijke stabiliteit afwezig is, zal de partner er nooit zeker van zijn wie hij of zij voor zich heeft en zal hij of zij zich droevig genoeg maar wijselijk terugtrekken uit de relatie.

De manier waarop de kenmerken van het authentieke kind worden gevoed vormt de psyche van de volwassenen die de kinderen zullen worden. Bij ieder kenmerk is er een weg die meer leidt naar een gezonde manier van zijn dan naar disfunctie, en een weg die meer leidt naar disfunctie dan naar een gezonde manier van zijn. De weg die kinderen nemen zal hen onafwendbaar gewezen worden door de gesprekken die hun ouders of verzorgers in hun hoofd hebben ingeprent. Dit worden de bandjes die worden afgedraaid in hun hoofd en hart, zelfs wanneer ze volwassen zijn en denken dat ze hun kindertijd achter zich hebben gelaten. Wat zeker is is dat kinderen leren hoe ze contact en relaties moeten aangaan met andere mensen door hoe ze dit ervaren hebben met hun eigen verzorgers – voornamelijk met hun eigen ouders.

Wanneer kinderen hun taalvermogen ontwikkelen en luisteren naar de taal van de ouders, beginnen ze een gevoel te ontwikkelen van wie zij zijn. Ze horen zowel de stem van hun authentieke zelf als die van hun verzorgers. Als de stemmen van hun verzorgers in strijd zijn met die van hun authentieke zelf, passen ze zich aan onder de onontkoombare invloed van het mishandelende gesprek dat de ouders met hen hebben. Ze zullen leren twijfelen aan hun vermogen om de waarheid te kennen. Ze zullen misschien bang zijn voor interdependentie [onderlinge afhankelijkheid]. En de uitbundigheid van hun jeugdige energie ontkennen. En misschien minachting ontwikkelen voor de mening van anderen. En ze zullen waarschijnlijk denken dat het hun taak is voor anderen te zorgen ten koste van henzelf. In al deze vervormingen van het authentieke zelf horen ze met elkaar strijdende stemmen van binnen. Ze leren een conversatie met zichzelf te hebben die het voor hen onmogelijk maakt authentiek te zijn.

Herstel gaat over het veranderen van deze conversatie die in onze hoofden is geplaatst door een opvoeding van onvolwassen, mishandelende [disfunctionele] ouders. Het begrijpen van de inhoud van deze strijdende interne stemmen is van cruciaal belang voor ons en voor onze therapeut. Voordat we enig idee hebben waar herstel eigenlijk om gaat, is het onmogelijk voor ons aan deze oorlog in ons hoofd te ontkomen. We denken dat de pijn van deze door elkaar klinkende wanklanken is wat we ons ‘zelf’ noemen en we staan onszelf toe ons vanuit dit zelf met deze wanklanken te gedragen [act out].

Wanneer we onze eerste stap naar herstel doen, beginnen we te begrijpen en te voelen dat de oorlog tussen die stemmen bij ons van binnen bemiddelbaar is door een volwassen stem die ons door het toejuichen en in ere herstellen van onze authenticiteit en onze imperfecte perfectie een gevoel van vrede geeft in onze menselijkheid. Het ontdekken van de volwassen stem bij ons van binnen is een vreugdevolle ervaring. Het brengt ons terug naar een gevoel van eigenwaarde en het brengt ons in de positie gezonde intimiteit te ervaren en daarvan te genieten.
Maar voordat we deze volwassen stem bij ons van binnen vinden, moeten we er eerst achter komen hoe en wanneer de stemmen van onze mishandelende jeugd bij ons geïmplanteerd werden. De leeftijd waarop dit gebeurde is belangrijk, omdat vroeg trauma een egostaat teweegbrengt die nogal verschilt van die door later trauma.

Laten we gaan onderzoeken hoe we licht kunnen werpen op de leemtes in onze kindertijd waar die interne stemmen tot leven werden geroepen.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#18 Bericht door Anna » zo aug 14, 2011 4:17 pm

4. HET HELE PLAATJE

De waarheid zoals die is beschreven in de Christelijke openbaring bevat de erkenning dat het onmogelijk voor een mens is om de gehele waarheid te weten noch om te vermijden te pretenderen dat hij dat doet.
- Reinhold Niebuhr (schrijver van de ‘Serenity Prayer’), Beyond Tragedy

Mensen die het trauma overleven dat hen is aangedaan door het systeem van een disfunctioneel gezin, ontwikkelen complexe manieren om de pijn te (ver)dragen, en ontkennen de waarheid omtrent de manier waarop ze behandeld zijn. Als kind hebben ze geleerd hun authentieke gedachten en gevoelens te verbergen en te verdraaien. Ze ontkennen de gedachten en emoties die geassocieerd worden met traumatische gebeurtenissen en de opvoeders die daarvoor verantwoordelijk waren. Ze verbergen kwetsbare emoties achter minder kwetsbare emoties. Bijvoorbeeld, ze verbergen hun angst achter minachting, of hun pijn achter boosheid, of hun gevoel van waardeloosheid achter woede. Deze vormen van verbergen gaan door tot in de volwassenheid en beschadigen hun vermogen om een goede relatie te hebben op ieder moment dat de oude, onuitgewerkte traumatische herinneringen getriggerd worden. Herstel van kindertijdtrauma begint met het onderzoeken van wat er nou precies met hen als kind is gebeurd, wat ze voelden toen het gebeurde, en hoe dit trauma hun zelfbeeld en hun verwachtingen wat relaties betreft vervormd heeft.

De manier waarop we onze trauma-achtergrond onderzoeken vereist dat we eerst benoemen wie onze verzorgers/opvoeders waren; meestal zijn dat onze ouders, maar de cirkel kan groter zijn en een coach, dokter, priester, oom of tante omvatten. We proberen terug te halen wat voor emotie we associëren met ieder van hen. Waren die ‘hulpeloos’, ‘luid’, of ‘bang’? ‘Krachtig’, ‘gedwee’, of ‘uitgeput’? ‘Gewelddadig’, ‘seksueel’, ‘boos’, ‘stil’, of ‘koud’? Deze adjectieven helpen ons de emoties te herinneren die deze verzorgers bij ons teweegbrachten. Met deze informatie kunnen we de landkaart gaan maken van hoe de verzorgers zich tot elkaar verhielden. Als moeder ‘zwak’ was en vader was ‘boos’, dan begint zich een plaatje van het gezinssysteem af te tekenen door wie en hoe het trauma waarschijnlijk is aangedaan.

Een sleutel tot herstel is dat patiënten het hele plaatje gaan zien. Hoe meer ze weten over dit proces, hoe beter ze het ondergaan. Ik geloof niet in het Freudiaanse model van een zwijgende, onzichtbare therapeut die niets aan de patiënt vertelt over het evolutieproces van zijn problemen. Ik heb in hoofdstuk 1 al geschreven over de therapeuten die ik in het begin ontmoette in mijn behandeling – hoe zij zich tot hun patiënt verhielden in een superieure houding [one-up] positie en hoe disfunctioneel dit was als de abjecte patiënten die zich verhielden tot de therapeut vanuit de onderdanige positie [one-down; zie de posting van 18 april 2011 in dit topic]. Om de behandeling te kunnen laten werken moet de relatie tussen de therapeut en de patiënt empathisch zijn, niet een van dominantie en onderwerping.

Trauma is de essentiële veroorzaker van de fluctuaties [het op en neer gaan] in het gevoel van eigenwaarde in de situatie tussen de superieure en de onderdanige persoon. We kunnen geen gezonde relatie hebben met onze partners en luisteren of praten of op een volwassen manier onze emoties uiten als een van ons twee in de superieure of onderdanige positie zit tegenover de ander.
Daar trauma de voornaamste oorzaak is van de fluctuaties in het gevoel van eigenwaarde in de situatie van superieur tot onderdanig, moeten we de etiologie [oorzaak van de ziekte/leer der ziekteoorzaken] begrijpen en de manier waarop het ons ongezond maakt. Trauma is de voornaamste veroorzaker van de problemen die we hebben in de kerngebieden van ons authentieke zelf: eigenwaarde, grenzen, realiteit, afhankelijkheid en matigheid [evenwichtigheid]. Als het onze eigenwaarde aantast kan het ons een gevoel geven waardeloos te zijn. Als het onze grenzen beschadigt, kan het tot gevolg hebben dat we ons verschuilen achter de muur van een alleenheerser [autocraat]. Als het ons gevoel van realiteit aantast, kan het ervoor zorgen dat we ons zelfvertrouwen kwijtraken en ons vermogen om te weten wat de waarheid is. Als het ons vermogen van gezonde afhankelijkheid aantast, kan het ervoor zorgen dat we wensloos of antidependent worden. Als het ons gevoel voor maat beschadigt, kan het ons het gevoel geven dat we slecht of rebels zijn, in plaats van perfect imperfect en menselijk. Als posttraumatische stress wordt getriggerd door iets in onze volwassen relaties, beschadigt dat niet alleen ons vermogen om ons volwassen te gedragen in een van de kerngebieden, maar het triggert disfunctionaliteit in alle gebieden.

De leeftijd achterhalen waarop mensen voor het eerst een traumatische wond opliepen is cruciaal in hun herstel. Als het trauma werd toegebracht in de babytijd of de leeftijd tot ongeveer vijf jaar, hadden ze niet genoeg rijpheid, logica, of taalvaardigheden om een complexe afweer of aanpassing te ontwikkelen om henzelf te beschermen. Hun pijn blijft dan in grote mate ongeuit. Als dit soort pijn getriggerd wordt bij volwassenen zal hun reactie daarop hen waarschijnlijk terugvoeren naar deze vroege ego-staat, en ze zullen zich overweldigd en overspoeld voelen en dissociatief. [dissociatie is een stoornis waarbij er voor de duur van een bepaalde periode een onvermogen is om bepaalde persoonlijke gegevens te herinneren] En wat het gedrag met de partner betreft kunnen ze grenzeloos en onderdanig zijn. Ze hebben een negatief gevoel over zichzelf en worden extreem afhankelijk en chaotisch.

Reacties op een trauma in een latere leeftijd toegebracht, laat ons zeggen zes tot zeventien jaar, zal ervoor zorgen dat ze zich als volwassenen onder invloed van posttraumatische stress voelen als een kind, maar deze staat van kind-zijn voelt voor hen als een volwassen staat van zijn. Omdat de verwondingen werden toegebracht aan de kinderen toen ze enige mate van volwassenheid en taalvaardigheden hadden, waren deze kinderen in staat om een aanpassing te ontwikkelen waarmee ze op een effectieve manier volwassenheid kunnen nabootsen. Een aangepaste volwassen staat van zijn is voor deze mensen: een kind vermomd als volwassene.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#19 Bericht door Anna » ma sep 05, 2011 4:48 pm

Als de verwondingen worden getriggerd bij mensen die op deze latere leeftijd in hun jeugd zijn getraumatiseerd, en als zij mishandeld zijn door kracht te hebben gekregen op een misleidende manier [zie hoofdstuk 2], dan zal hun gedrag in relaties zijn zich terug te trekken achter een muur. Ze worden agressief en voelen zich ‘beter’ dan hun partners. Als ze mishandeld zijn doordat hen kracht is ontnomen worden ze toegeeflijk. Ze laten anderen hun gang gaan en worden manipulatief. Dit gedrag wordt passief-agressief genoemd.

Er zijn twee manieren waarop we de emoties kunnen voelen van de tijd in onze jeugd dat ons trauma werd toegebracht. De eerste zijn de emoties die we meevoelen met onze ouders. We kennen de bron van die emoties en we weten wat voor gevoel die ons hebben gegeven. We zijn ons bewust van wat er aan de hand is. We hebben sterke gevoelens, maar onze grenzen blijven in tact. Als bijvoorbeeld onze moeder bang is, zullen we misschien de energie voelen van haar angst en met haar meevoelen. Haar angst-energie is door de lucht gegaan en we hebben hem ‘ingenomen’. Deze vorm van meevoelen kan ons een onaangenaam gevoel geven, maar niet in die mate dat we erdoor overspoeld worden en onszelf kwijtraken.

De tweede vorm van overgedragen energie heeft echter een veel verraderlijker effect en kan zover gaan dat het ons bijna vernietigt. Het is een gewelddadige overschrijding van onze grenzen en het gebeurt wanneer bepaalde energie met zo’n intensiteit op ons afkomt dat het onze beschermende grenzen doorboort. Bijvoorbeeld in het geval van overgedragen schaamte. In plaats van het gevoel getuige te zijn van een schaamteloze daad, hebben we het gevoel dat wij de beschamende dader zijn, en ervaren een gevoel van waardeloosheid.

Overgedragen schaamte is de energie die uitstraalt van een opvoeder wanneer deze zich schaamteloos gedraagt jegens het kind maar dat niet erkent, en waarbij de schaamteloze mishandeling wordt verborgen achter een muur van boosheid. De schaamte waarvan de ouder zich losmaakt zweeft van hem of haar de ruimte in en wij zuigen hem op en dragen die schaamte met ons mee alsof het onze eigen schaamte is. Anders dan bij de minder schadelijke meevoelende reacties die geen echte gewelddadige grensoverschrijdingen zijn, schieten we hierbij in een toestand van waardeloosheid. We kunnen niet meer erkennen dat de schaamte behoort tot de opvoeder. We denken dat het onze eigen schaamte is. We voelen ons stuurloos en krankzinnig; de energie die we voelen klopt niet met wat we denken.

Andere manieren waarbij energie wordt overgedragen kunnen zover gaan dat de grenzen zodanig worden overschreven dat het gevoel van eigenwaarde wordt vernietigd. In dat geval weten we niet meer wat de bron van onze emoties is, en denken dat wat van buitenaf op ons is overgedragen in werkelijkheid voortkomt uit onze eigen persoonlijkheid: woede bijvoorbeeld. In extreme gevallen waarbij we een woedende opvoeder meemaken zijn we niet meer zonder meer meevoelend, waarmee ik bedoel dat we de woede van de opvoeder voelen en weten dat die afkomstig is van een externe bron [niet bij ons van binnenuit]. In de nabijheid van iemand die woedend is, nemen we de overgedragen energie van de woede over en worden gedwongen zelf ook woedend te worden. De grens tussen de initiator van de woede en ons eigen zijn is dan doorboord. Of als we in de nabijheid zijn van iemand die op een disfunctionele manier met zijn pijn omgaat, bijvoorbeeld door deze te smoren, kunnen we genoeg van deze pijn overnemen om niet alleen die pijn te voelen maar ook de hopeloosheid die vaak door pijn wordt ingegeven. We zijn dan het zicht kwijt van waar de pijn vandaan is gekomen. Denkend dat het van binnenuit komt voelen we de hulpeloosheid die door de pijn wordt ingegeven.

Overgedragen energieën, vooral overgedragen schaamte, is een grensoverschrijdend gif dat in het leven van volwassenen wordt gespuugd door de spoken van een gestagneerde ontwikkeling. Om het gif uit de overgedragen schaamte te neutraliseren is de techniek van ‘chair work’ van cruciaal belang, waarbij de deelnemer wordt begeleid in het teruggeven van de schaamte aan de rechtmatige eigenaren, de ouders.
‘Chair work’ dankt zijn naam aan het woord ‘chair’ (stoel) omdat er door de deelnemers stoelen worden neergezet voor de spelers die hun traumatische verleden gaan spelen. Ze nodigen deze mensen uit in de ruimte en trekken de stoel naar zich toe tot een comfortabele afstand. Een uitgebreide beschrijving van chair work wordt gegeven in de Appendix, waar het wordt gedaan met professionele begeleiding. De lezers zullen echter ontdekken (in hoofdstuk 9 ‘Trauma werk’), dat zoals de mensen in het herstelprogramma leren hoe ze kunnen omgaan met de emotionele gevolgen van schaamteaanvallen en falende grenzen, de principes van chair work ook door mensen zelf kunnen worden toegepast om zich bewust te worden van hun traumatische kwetsbaarheden [je ‘triggers’, die dingen waar je ‘overgevoelig’ voor bent geworden door de traumatische ervaringen in je jeugd]. Als ze de aard van hun traumatische achtergrond leren kennen, en oefenen met grenzen om de pijn te beheersen van het onophoudelijke effect op hen, doen ze in feite chair work in hun eentje.

Tijdens het chair work concentreren de deelnemers zich en worden heel stil en rustig. Ze doen hun ogen dicht en gaan zich concentreren op hun eigen ademhaling. Ze komen in een lichte trance. Ze stellen zich een ouder voor in de kamer waar ze een gesprek mee gaan hebben en waar ze aan vertellen hoe ze zich voelden op het moment dat de ouder hen traumatiseerde. Ze boren de emoties aan die ze als kind voelden maar niet konden uiten. Tijdens het chair work kunnen ze de gevoelens uit hun lichaam loslaten als een soort emotionele ontgifting van de gevolgen van het trauma.

Als mensen de op hen overgedragen schaamte kunnen identificeren en loslaten, wordt de kans kleiner dat ze zullen reageren op die dingen die voor hen de soortgelijke dingen omhoog brengen van hun oorspronkelijke verwonding. Als dit door trauma overgebrachte gif niet wordt afgevoerd, zal iedere keer wanneer ze proberen in een relatie te functioneren met iemand die hen herinnert aan hun oorspronkelijke mishandelaar, de volle wapenuitrusting van disfunctionele emoties die hiermee verbonden zijn naar buiten komen. Ze zullen de hulpeloze slaaf zijn in een toestand van kindbewustzijn terwijl ze proberen een rationele volwassene te zijn. In een dergelijke toestand zullen ze niet in staat zijn op een normale manier te functioneren in een relatie. Hun partners zullen lijden of vluchten.

Als de patiënten met hun imaginaire ouders praten, luister ik of ik ‘kinderachtige’ manieren van denken ontdek in hun praten over de mishandeling issues. Patiënten blijven als volwassenen vaak als kinderen denken over hoe ze getraumatiseerd zijn. Ik wijs de patiënten op de manieren waarop ze in kindbewustzijn verkeren en praat met hen over hoe ze een functionelere en meer volwassen manier kunnen aanleren om met dit issue om te gaan. Maar terwijl ik aan het praten ben wat neerkomt op volwassen gezond verstand, zoek ik naar een meer technische en minder duidelijke aanwijzing voor hoe de op mijn patiënt overgedragen energieën behandeld moeten worden. Het is in deze situatie dat ik probeer uit te vinden in welke leeftijdsfase mijn patiënt gewond is geraakt.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#20 Bericht door Anna » zo sep 11, 2011 2:11 pm

In een relatie waarin de wonden van een geblokkeerde ontwikkeling worden getriggerd, zullen disfunctionele volwassenen teruggaan naar een van de twee verschillende soorten kindbewustzijn die er zijn. De ene is het ‘gewonde kind’ en de andere is het ‘aangepaste gewonde kind’. Als het trauma getriggerd wordt, voelen ze zich in de leeftijd die ze hadden toen het oorspronkelijke trauma werd toegebracht. Ze gedragen zich alsof ze de emotie ervaren die ze ervoeren toen ze kind waren.

Het gewonde kind is de jongste van de twee soorten kindbewustzijn: van nul tot ongeveer vijf jaar. In deze staat van kindbewustzijn zal het kind het magisch denken hanteren. Zijn ego is zacht en kwetsbaar. Hij denkt meestal zonder gebruik van de logica. Wanneer het kind ouder wordt zal zijn magisch denken plaats maken voor de ratio. In deze fase komt het aangepaste gewonde kind om de hoek kijken. Hij is zo tussen de zes en zeventien. Hij kan zien wat er disfunctioneel is in het systeem van het gezin waarin hij opgroeit en hij weet hoe hij moet zijn om het systeem te laten werken op een manier die zijn disfunctionele ouders tevreden stellen. Het gewonde kind heeft wat nieuwe trucs geleerd en is het aangepaste gewonde kind geworden. Het aangepaste gewonde kind heeft geleerd zichzelf te veranderen om het gezinssysteem te kunnen hanteren, wat hem oplevert dat hij, vanuit dit gezichtspunt gezien, kan overleven.

Deze twee vormen van kindbewustzijn zijn een afspiegeling van de uitersten van de symptomen waar we eerder naar verwezen in Hoofdstuk 3, waarin we de beschadigingen aan het authentieke zelf beschreven die veroorzaakt worden door onvolwassen ouderschap. In de jongste toestand, die van het gewonde kind, krijgt het kind een gevoel van waardeloos zijn. Hij heeft geen grenzen of referentie kader of taalvaardigheden om zichzelf te kunnen bevatten of te beschermen. Hij is totaal afhankelijk en zonder enige controle. Hij raakt gedissocieerd en overweldigd. In de oudere toestand, die van het aangepaste gewonde kind, voelt het kind zich ‘beter’ dan de ander, degene met de macht. Hij heeft geleerd te verbergen wat hij voelt en te manipuleren om te krijgen wat hij wil. Hij heeft een muur om zich heen en is gesloten. Hij is meer op anderen gefocust dan op zichzelf. Hij is gespannen en dwingend [wil de controle hebben].

Het is ironisch dat de egostaat van het aangepaste gewonde kind ongeveer zo volwassen is als getraumatiseerde mensen ooit zullen kunnen zijn zonder hulp. Ik zeg ironisch omdat dit soort mensen als ze volwassen zijn trots op zichzelf zijn vanwege hun vermogen volwassen te zijn. Ik noem dit ‘het volwassen gewonde kind’, omdat de identiteit die ze denken te hebben als hun ware volwassen zelf in feite niets meer is dan het aangepaste gewonde kind dat op een disfunctionele manier de volwassenheid in gesleurd is.

In de tijd dat ik met de interviews met patiënten over het gezin waarin ze zijn opgegroeid en chair work begon, viel het mij op dat wanneer ze over de problemen in hun relatie vertelden, ze zichzelf niet beschreven met wat ik dacht dat volwassen gedrag was. Ze beschreven een kind dat tot leven komt: een gewond kind, of aangepast gewond kind. Geen wonder dat ze relatieproblemen hadden. Hun woordenwisselingen ontaardden gewoonlijk in iets wat voor mij leek op twee kleine kinderen die aan het ruziën zijn. Volwassen onderhandeling ontbrak hierbij bijna totaal.
De verwonding van de patiënt was een deel van zijn persoonlijkheid geworden, en het was dat deel van zijn zelf dat problemen veroorzaakte in zijn relaties. Als de patiënten chair work aan het doen waren liet ik hen zien dat wanneer ze tegen een ouder praatte ze emoties ervoeren die hen verwezen naar situaties in hun kindertijd [kindbewustzijn]. Wanneer ze zich waardeloos en kwetsbaar voelden, verkeerden ze in de gewonde toestand. Wanneer ze zich beter dan de ander en krachtig voelden verkeerden ze in de oudere aangepaste gewonde toestand. Hun trauma issues creëerden de egostaat die ze bleven hanteren in hun relaties in hun volwassen leven. De manier waarop hun mishandelende ouders oorspronkelijk met hen waren omgegaan werd vermengd met hun eigen manier van reageren op situaties in hun volwassen relaties. Als een partner traumatische associaties triggerde gingen ze zich gedragen alsof hun partner degene was die hen oorspronkelijk had getraumatiseerd.

De stem van het aangepaste gewonde kind is wat patiënten zien als hun volwassen zelf. Deze stem zit achter een muur en is veroordelend, wil overal de controle over hebben, en is perfectionistisch [mag geen fouten maken]. Dat deel van het zelf wil eigenlijk de ouder zijn over het gewonde kinddeel. De stem van deze ouder zal klinken als de stem van mishandelende ouders. Het is een stem die aanvalt, verwaarloost, en weigert oprecht contact aan te gaan, of een stem die toegeeflijk is en hun grenzen schaadt. De stem van het aangepaste gewonde kind kopieert de stem van de mishandelende ouder, door hem een negatief gevoel te geven over hemzelf en hem van zijn eigenwaarde te beroven.

Om deze vicieuze cirkel te stoppen, heb ik het concept van de functionele ouder ontwikkeld, die in het midden van het gesprek gaat staan tussen de disfunctionele uitersten. Deze praat vanuit een waarachtig volwassen perspectief. Ik ga hier later verder op in, maar voor nu wil ik zeggen dat dit naar het midden gaan tussen de twee uitersten het resultaat is van grenzen-werk, wat ons de mogelijkheid geeft van beheersing [evenwichtig zijn], zonder welke al onze disfunctionele neigingen naar buiten zouden spatten vanuit hun twee uitersten.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#21 Bericht door Anna » zo sep 11, 2011 3:15 pm

ik voel me waardeloos en kwestbaar = wounded state 0 – 5 jaar
sterk en neerkijken = adapted wounded state 6 – 17 jaar

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#22 Bericht door Anna » di sep 13, 2011 2:07 pm

Ik heb een concept ontwikkeld van deze 'disfunctionele volwassene' tijdens het werk aan de kern issues van eigenwaarde, grenzen, realiteit, zelfzorg en beheersing [evenwichtig kunnen zijn] [dit zijn volgens Pia Mellody de 5 kernpunten van de symptomen van codependentie, zoals ze die steeds onderscheidt in haar boek ‘Facing Codependence’]. Bij het kijken naar de relationele kant van het herstelproces, realiseerde ik me dat wanneer we deze kernpunten van de patiënten behandelen en wanneer we hen helpen om naar de kern daarvan te gaan, we een volwassen egostaat moeten creëren waarbij er geen houding van boven naar beneden meer is met de patiënt; in plaats daarvan moet er de veiligheid zijn van: je bent oké, je bent iemand met inherente waarde, iemand die perfect imperfect is. In deze toestand van beheerst en evenwichtig zijn kan de mogelijkheid tot intimiteit worden hersteld, als goed functionerende grenzen hen in staat stellen hun waarheid te communiceren en te luisteren naar de waarheid van hun partner zonder defensieve manipulatie [zonder in de afweer te schieten en te gaan manipuleren].

In relatie tot het kernsymptoom ‘grenzen’, zullen ze in plaats van muren als grenzen, of het ontbreken van grenzen, grenzen ontwikkelen die iets daartussenin zijn, zodat ze intiem kunnen zijn met anderen zonder te kwetsbaar te zijn. In plaats van het ‘zelf’ als goed of fout te definiëren, leren ze het ‘zelf’ te definiëren als perfect imperfect. In plaats van te afhankelijk te zijn, of voor anderen te zorgen zonder zelf hulp te kunnen aanvaarden, leren ze verantwoordelijk te zijn voor de zorg voor henzelf en op een realistische manier interdependent te zijn. In plaats van onvolwassen en onbeheerst, of krampachtig en controlerend, zullen ze ergens in het midden het evenwicht vinden en gepaste zelfbeheersing.

In het herstelproces gaan we bewust naar deze gecenterde, gezonde egostaat, waar de stem van de functionele volwassene het overwicht heeft in de relationele communicatie. De stem van de functionele volwassene onderbreekt de dialoog tussen het aangepaste volwassen kind en het gewonde kind. De functionele volwassene is nu de ouder voor deze beide egostaten door hun bestaan te bevestigen, en verzekert hen er ook van dat ze een liefdevolle meelevende en volwassen ouder hebben die voor hen zorgt. Ze hoeven niet hun authenticiteit op te geven [hun authentieke zelf in de steek te laten] om te kunnen overleven. Eindelijk zijn ze in veilige handen.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#23 Bericht door Anna » do sep 22, 2011 2:31 pm

5. FYSIEKE INTIMITEIT
Een moeilijk evenwicht

* * *
I felt all flushed with fever
Embarrassed by the crowd.
I felt he found my letters
And read each one out loud.
I prayed that he would finish
But he just kept right on
Strumming my pain with his fingers
Singing my life with his words…
Killing me softly with his song.


- Roberta Flack

Een goede relatie hebben is zo’n lastige aangelegenheid – de aangelegenheid van je waarheid met elkaar delen, van praten en luisteren. De stemmen van ons verleden waarin ons onze macht werd ontnomen of waarin we valse macht hadden kregen, vechten nog steeds voor een rol in het script. Ze proberen onze stembanden over te nemen als we onze volwassen waarheid met de ander proberen te delen. Ze willen ons volwassen zijn saboteren en sleuren ons terug naar de disfunctionaliteit van het verleden van het gewonde en het aangepaste gewonde kind. Ze proberen ons de rol op ons te laten nemen van ‘Mama’s kleine vent’, het ‘Zwarte Schaap’, het ‘Verloren kind’, de Held of Heldin, de surrogaat partner, de surrogaat ouder, of de gezinscounselor. De emoties van de moordende tweestrijd die in ons wordt opgeroepen is wat we voelen in onze relaties. En tenzij we enige kennis hebben over trauma en herstel, denken we dat deze gevoelens normaal zijn – gewoon hoe de dingen zijn in een harde wereld.

Het vereist authentieke eigenwaarde om deze mishandelende stemmen tot zwijgen te brengen. Als ze tot zwijgen zijn gebracht of onder controle zijn, kunnen er relaties plaatsvinden. Dan kunnen we de communicatie van onze partner ontvangen zonder de schaamte, angst of paniek die ervoor zorgen dat die oude stemmen in ons ons opdragen om aan te vallen, ons te verdedigen, of te vluchten. Vanuit deze plek van eigenwaarde brengen we onze waarheid met liefde, of op z’n minst met respect voor onze partner.
In een relatie communiceren mensen hun authentieke zelf met elkaar. Als ze intimiteit zoeken, zijn ze niet vijandig en gaan ook niet in de verdediging; en als hun partner intimiteit met hen zoekt zetten ze geen muur op en zijn niet wrokkig.
De middelen waarmee we intimiteit uitwisselen zijn ons lichaam, onze emoties en onze gedachten. Wij geven energie af met deze bronnen en ontvangen ze. Als deze energieën onze kant op worden gestuurd en wij zijn de ontvanger daarvan, dan moeten we alleen die energieën en waarheden opnemen die bij ons passen.

Bijvoorbeeld, laten we zeggen dat onze partner boos op ons is omdat we niet met hem mee willen naar een feestje die avond. Hij zegt dat je egoïstisch bent dat je niet mee wilt en dat je alleen maar aan jezelf denkt. Hij zegt dat je niet van hem houdt. En hij zegt dat niet alleen, maar schreeuwt het misschien zelfs. Als niets van wat hij tegen je heeft gezegd waar is, en als wat jij hebt gezegd over dat je behoefte hebt om even alleen te zijn wel waar is, dan moet je de ongepaste energieën en gedachten van je partner op afstand houden. Je moet dat doen, maar op zo’n manier dat het respectvol is naar je partner toe. Deze discipline geeft op een spirituele manier inhoud aan het oude begrip van ‘dingen niet persoonlijk nemen’. Als je respect hebt voor hem, weet je dat hij gevangen zit in een of andere emotionele klem die hem ervan weerhoudt jouw waarheid te zien. Er is iets mis met de emotionele toestand waar hij in verkeerd. Hij heeft een probleem, en zo ook de relatie. Je wilt hem helpen in het belang van de relatie. Je gevoel van eigenwaarde blijft ongeschonden.

Je wijst niet af wat met je gedeeld wordt. In plaats daarvan erken je dat de energie en misvatting die jouw partner naar je toestuurde jou niet past. Jouw belang om tot een verstandhouding te komen is erop gericht dat jullie beiden intiem kunnen zijn – dat jullie beiden de waarheid kennen van wat jullie beiden voelen en denken.

Een gebrek aan zelfbeheersing ligt vaak aan de basis van problematische relaties. Het is disfunctioneel wanneer iemand emoties en gedachten in onze richting stuurt, of wanneer wij emoties en gedachten naar een ander sturen, en we onze energie niet achter gezonde grenzen kunnen houden. Laten we zeggen dat je wilt dat het meisje dat je net hebt ontmoet en waar je je toe aangetrokken voelde sterke gevoelens voor jou heeft. Je zegt tegen haar dat ze het mooiste schepsel is dat God ooit heeft geschapen. Je zegt tegen haar dat je helemaal van je stuk bent en dat niets anders meer belangrijk voor je is. Dat ze het middelpunt van je universum is. Haar op deze manier overstelpen met energie in plaats van gewoon aardig voor haar zijn, schrikt haar af. Ze zal denken dat je gek bent. Tenslotte kennen jullie elkaar nauwelijks, denkt ze. Ze zal zich terugtrekken achter een muur.

Als we grenzeloos worden, laten we te veel van de ander bij ons binnenkomen, of we sturen te veel van onszelf naar de ander toe. We zijn te luidruchtig, te sexueel, te emotioneel, of te overweldigend met onze mening of kennis. Als we te veel van onszelf naar onze partner sturen en haar ermee bombarderen, wordt ze kwetsbaar, het slachtoffer, wrevelig en ellendig. We zijn door haar veiligheidszone heen gebroken en berokkenden haar ongemak en pijn.

Aan de andere kant, als er te veel terughoudendheid is, beschermen we het zelf zo zorgvuldig dat niets ons kan raken. We hebben een muur om ons heen gebouwd als grenzen en onszelf onkwetsbaar gemaakt. Je partner zal je dan misschien zeggen dat hij je niet kan vertrouwen. Je bent niet te raken. Hij raakt je liefdevol aan, en jij reageert niet. Hij deelt zijn mening met jou, en het lijkt of jij het niet hoort. Je hebt je afgesloten en bent uit de relatie gestapt. Zonder inmenging van buitenaf, zoals bezoek aan een therapeut, is er geen mogelijkheid tot verandering. Met een muur om je heen als grenzen is er niet zoiets mogelijk als een relatie. Intimiteit wordt dan afgeweerd.

Grenzen-disfunctionaliteit wordt ervaren ofwel in de vorm van een muur om je heen of als grenzenloosheid; dit zijn de uitersten waartussen gezonde grenzen opereren. Zoals de functionele volwassene die ik beschreef in hoofdstuk 4, die tussen de dialoog van de disfunctionele uitersten van het mishandelde kind komt, zo vormt het praktiseren van gezonde grenzen de middenweg tussen je te kwetsbaar voelen en je totaal onkwetsbaar voelen, tussen te veel van jezelf willen uitdrukken en helemaal niets van jezelf willen uitdrukken. Gezonde grenzen creëren gecontroleerde kwetsbaarheid.

Gecontroleerde kwetsbaarheid houdt ons voldoende open zodat onze partner ons kan leren kennen, en tegelijk beschermt het ons tegen destructieve energie die bij ons binnen komt. Als we gecontroleerde kwetsbaarheid praktiseren, beschermen we onze partner tegen de liefdeloze of respectloze energieën die we mogelijk als perfect imperfect mens te ontladen hebben. Op hetzelfde moment beschermen we ons authentieke zelf tegen liefdeloze en respectloze energieën waar wij het doelwit van kunnen worden.

Om gecontroleerde kwetsbaarheid te kunnen ontwikkelen heeft men gezonde grenzen nodig. Er zijn twee soorten grenzen die verband houden met lichamelijk en sexueel contact en uitwisseling. De ene soort betreft de niet-sexuele manier van dicht bij elkaar zijn en elkaar aanraken, deze wordt de externe fysieke grens genoemd. En de andere soort houdt verband met de sexualiteit en wordt de externe sexuele grens genoemd. [zie ‘Facing Codependence’, Hoofdstuk 2, Kernsymptoom 2]

Er zijn ook interne grenzen die we gebruiken wanneer we gedachten en emoties delen met anderen. Om intiem te kunnen functioneren in een relatie, werken we met zowel onze externe fysieke en sexuele grenzen als met onze interne grenzen, die van onze geest en ons gevoel.
Fysieke grenzen worden relevant wanneer we iemand benaderen met de intentie lichamelijk dichtbij die persoon te komen, of wanneer we iemand uitnodigen lichamelijk dichtbij ons te komen. Deze manieren van niet-sexuele toenadering en uitnodiging daartoe behoren tot het gebied van de affectie. We kunnen onze gastvrouw begroeten door ons naar haar toe te buigen met de intentie haar een zoen op de wang te geven. Of zij kan een stap in onze richting doen en haar hoofd naar voren doen ons uitnodigend haar een zoen op de wang te geven. In het algemeen zijn we ontspannen als we worden benaderd op een affectieve manier, of als we toenadering doen op een affectieve manier.

Affectieve toenaderingen vragen gecontroleerde beheersing, omdat het mishandeling is om een ander te betrekken in fysieke intimiteit, ook al is het niet-sexueel, zonder een of andere vorm van toestemming van die ander. Toestemming zoeken is een daad van respect en liefde en centert ons in de waarheid van onze wil om fysiek te zijn met een ander. Velen van ons erkennen niet dat we intimiteit zoeken. En sommigen van ons zoeken ook geen intimiteit als we iets doen zoals iemand op de wang zoenen, zelfs al doen we net alsof. Misschien faken we affectie om te verbergen dat we het feest helemaal niet leuk vonden. Soms proberen we indruk te maken door overdreven vertoon van hoffelijkheid. Soms zijn we een bullebak door ons fysieke vrijheden te veroorloven op een manier die zo vermomd is door het algemene gebruik van het betreffende gebaar dat de sexuele agressie die ten grondslag ligt aan de daad succesvol gecamoufleerd wordt. Maar als we oprecht genegenheid willen uitwisselen, dan zullen we ook de waarheid kennen over onze wens tot intimiteit en er verantwoordelijkheid voor nemen. Intimiteit is een serieuze transactie die instemming van beide partijen vraagt. Als we onze gastvrouw op de wang willen zoenen zullen we misschien zeggen “mag ik je een zoen geven?” Als ze ja zegt is de beloning warme ontspanning. En als ze nee zegt, wat interessant!

De ontvanger van affectie moet ook beheersing oefenen. Als de andere persoon ons benadert, moeten we eraan denken zijn affectieve aanbod te beheersen zodat dat wat ons wordt aangeboden klopt met wat bij ons past. Ik weet van een dronkenlap die dacht dat het oké was om zijn lendenen in het kruis van zijn gastvrouw de duwen als hij bedankte voor het feest. Door geen afstand te houden en haar schaamte en boosheid niet te uiten, leed deze vrouw wroeging, en de pijnlijke scène tastte haar eigenwaarde aan voor een aantal dagen.

Jezelf beschermen en het inschatten van de inhoud van dat wat je wordt aangeboden is een daad van eigenwaarde. Je centert jezelf in de waarheid van wie je bent en het soort fysieke intimiteit dat past bij je authentieke gevoelens.

Er is een statement over grenzen die deze situatie goed uitdrukt: ‘ik heb het recht te bepalen wie mij aanraakt en wie niet’. Je hebt het recht te bepalen hoe dichtbij een ander van je mag staan en of ze je mogen aanraken en ook of ze aan jouw privé bezittingen mogen komen – zoals jouw post, je telefoonberichten, je foto’s en je dagboek. Deze grens staat je toe een fysieke toenadering in te schatten en een beslissing te nemen over hoe kwetsbaar je je op dat moment wilt opstellen.

De externe fysieke grens geeft ons de macht om te bepalen op wat voor manier een andere persoon precies intiem met ons gaat zijn. Dit is zelfbescherming. In de daad van het beheersen van de affectieve intimiteit die ons wordt aangeboden schatten we de details in over wat onze kant op komt en besluiten wat we gaan toestaan. Omdat we gezond zijn stellen we onszelf alleen open voor oprechte en respectvolle informatie. Verwachten dat we dergelijke oprechte en respectvolle informatie zullen krijgen is net zo'n spiritueel compliment als het compliment dat we aan ons zelf geven. Gezonde uitoefening van externe grenzen is daarom een daad van eigenliefde en erkenning van de waarheid omtrent wat de ander beoogt.

“Ik heb het recht te bepalen wie mij aanraakt en wie niet” is de ene helft van het statement over grenzen. De andere helft is: “en dat geldt ook voor jou”.
Laatst gewijzigd door Anna op do sep 29, 2011 3:02 pm, 1 keer totaal gewijzigd.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#24 Bericht door Anna » zo sep 25, 2011 3:42 pm

Basisregels voor het voorkomen van schending van externe fysieke grenzen

1. Ga niet in de persoonlijke ruimte van een ander staan zonder toestemming.
In het algemeen wordt tot 45 centimeter rondom iemands lichaam beschouwd als de persoonlijke ruimte die niet zonder toestemming betreden moet worden.

2. Raak iemand niet aan zonder toestemming.

3. Kom niet in iemands persoonlijke bezittingen – portemonnee, portefeuille, post enz. – of leefruimte zonder toestemming.

4. Luister niet naar het telefoongesprek van een ander zonder zijn/haar toestemming.

5. Stel een ander niet bloot aan jouw besmettelijke kwaal als je weet dat het besmettelijk is.

6. Rook niet in het bijzijn van niet-rokers in een ruimte waar niet gerookt wordt.


Laten we nu kijken naar de externe sexuele grenzen. Het is mijn verantwoordelijkheid als ik iemand sexueel benader mijzelf sexueel te beheersen, zodat de ander zich op z’n gemak kan voelen. Deze daad betreft het vaststellen van de externe sexuele grens. Het statement met betrekking tot grenzen dat aanzet tot gezonde uitoefening van sexuele motieven is: “Ik heb het recht te bepalen met wie, wanneer en hoe ik sexueel wil zijn. En datzelfde geldt voor jou.”

Het eerste deel van dit grenzenstatement moedigt me aan mijn eigen beslissingen te nemen of ik sexueel wil zijn met een ander of niet, of ik hem leuk vind of niet. En, als ik erin toestem sexueel te zijn, dat ik nog steeds de verantwoordelijkheid en het recht heb om te bepalen wanneer, waar en hoe ik dat wil. Als ik mezelf op deze manier bescherm, verricht ik een daad van eigenliefde. Ik ga bewust om met de waarheid van mijn sexuele motieven en die van mijn partner.

Onze grens moet in tact zijn wanneer iemand toenadering zoekt tot ons met sexuele motieven. We moeten respectvol omgaan met wat die ander tegen ons zegt over wanneer, waar en hoe. We kunnen niet zomaar eisen dat de ander onze zin doet. Als we fysiek- of sexueel intiem zijn, maken we kenbaar dat we ervoor open staan, of weren het af, maar op een respectvolle manier.

Basisregels voor het voorkomen van schending van externe sexuele grenzen

1. Benader iemand niet op een sexuele manier zonder zijn of haar toestemming.

2. Dring niet aan op sex tegenover het ‘nee’ van de ander.

3. Verlang geen onveilige sexuele praktijken.

4. Stel anderen niet bloot aan sexuele uitingen zonder zijn of haar toestemming.

5. Beschaam een ander niet op een sexuele manier.

Als je functionele grenzen hebt, bescherm je jezelf en je beheerst je, terwijl je je ondertussen kwetsbaar genoeg opstelt om intimiteit te kunnen hebben, maar niet zo kwetsbaar dat je gemakkelijk gekwetst kunt worden. Als je een muur om je heen hebt als grens, blokkeer je alle intimiteit en ben je onkwetsbaar en daardoor niet in staat tot intimiteit. Als je geen grenzen hebt, bescherm je jezelf helemaal niet tegen andere mensen, waardoor je vaak het slachtoffer wordt. Als je geen grenzen hebt, beheers je jezelf ook niet en zul je ook vaak over de grenzen van anderen gaan en hen beledigen of kwetsen.

Bij een fysieke externe grens zou het beschermende deel ervan een muur kunnen zijn, maar het beheersgedeelte ervan kunnen ontbreken. Grenzensystemen verschillen per persoon, en de macht die we hebben in het ene gebied van onze grenzen en de zwakheden die we hebben in het andere gebied bepaalt wat voor iemand we worden in relaties.

De opbouw van onze externe fysieke en sexuele grenzen

Hier volgen voorbeelden voor externe fysieke en sexuele grenzen wanneer 1) het grenzensysteem in tact is, 2) wanneer er sprake is van een muur, en 3) wanneer er geen grenzen zijn. In ieder van deze soorten grenzen is een beschermend deel en een beheersdeel.

DE BESCHERMENDE EXTERNE FYSIEKE GRENS

1. De externe fysieke grens bepaalt afstand en niet-sexuele aanraking. Wanneer het beschermende deel van de externe fysieke grens goed functioneert, zal de persoon bepalen wie hem aanraakt, hoe dichtbij hij de ander zal toestaan te komen, en of hij de ander zal toestaan aan zijn privé eigendommen te komen.
2. Wanneer de beschermende externe fysieke grens een muur is, zal de persoon anderen nooit dichtbij laten komen; en zal zij anderen ook niet toestaan aan haar privé eigendommen te komen.
3. Wanneer de beschermende externe fysieke grenzen ontbreken, zal de persoon iedereen toestaan hem in zijn gezicht te praten en hem fysiek aan te raken, en zal hij iedereen aan zijn privé eigendommen laten komen zonder er iets van te zeggen.

HET BEHEERSDEEL VAN DE EXTERNE FYSIEKE GRENS

1. Als het beheersdeel van de externe fysieke grens goed functioneert, zal de persoon niet in iemands gezicht praten, of de ander aanraken, of aan haar privé eigendommen komen zonder toestemming.
2. Wanneer bij iemand het beheersdeel van de externe fysieke grens een muur is, zal de persoon nooit dichtbij een ander gaan staan of een ander aanraken, en anderen zullen nooit aan zijn privé eigendommen komen.
3. Wanneer bij iemand het beheersdeel van de externe fysieke grens ontbreekt, met andere woorden dat de persoon totaal geen zelfbeheersing heeft, zal hij anderen ongeremd aanraken, in hun gezicht praten (of schreeuwen) en in hun privé spullen komen zonder toestemming te vragen.

DE BESCHERMENDE EXTERNE SEXUELE GRENS

1. Wanneer iemands beschermende externe sexuele grenzen goed functioneren, bepaalt hij bewust wie, wanneer, en hoe iemand sexueel met hem mag zijn. Als iemand hem benadert, kijkt hij of hij sexueel wil zijn, en als hij daarvoor kiest, bepaalt hij wanneer, waar en hoe hij dat zal doen.
2. Wanneer iemands beschermende externe sexuele grens een muur is, zal hij de sexuele toenadering van een ander nooit beantwoorden. Hij sluit zich af voor sexuele toenaderingen, doet alsof het niet gebeurt, en weigert sexueel te zijn.
3. Wanneer iemands beschermende externe sexuele grenzen ontbreken, zal hij niet in staat zijn nee te zeggen tegen de sexuele toenaderingen van anderen en zal hij sexueel zijn met iedereen die sexueel met hem wil zijn.

HET BEHEERSDEEL VAN DE EXTERNE SEXUELE GRENS

1. Wanneer het beheersdeel van iemands sexuele grenzen functioneel zijn, zal hij altijd toestemming vragen voordat hij sexueel wordt met zijn partner.
2. Wanneer het beheersdeel van iemands sexuele grens een muur is, zal hij nooit sexuele toenadering tot een ander zoeken.
3. Wanneer bij iemand het beheersdeel van zijn sexuele grens ontbreekt, maakt hij avances zonder toestemming of tegen de afwijzing van de ander in.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#25 Bericht door Anna » zo okt 02, 2011 1:26 pm

6. EMOTIONELE EN GEESTELIJKE INTIMITEIT

Een moeilijker evenwicht

Ik heb de externe fysieke en sexuele grenzen besproken die wij hanteren wanneer we fysieke intimiteit zoeken of ontvangen – affectief dan wel sexueel. Gezond gedrag op het gebied van externe fysieke grenzen is een makkelijker onderwerp om te benaderen dan het grenzenbeleid bij interne geestelijke en emotionele intimiteit, omdat de energieën die onze verbeelding en emoties opwekken onder de oppervlakte liggen en zich vermengen met de complexe en verborgen verhalen van onze jeugd.

Wat wij als de waarheid van onze jeugd kennen is beperkt tot wat onze persoonlijke waarneming ervan was en is op ieder gegeven moment. De waarheid erover vertellen is op z’n best een gissing van wat er gebeurde in ons denken en gevoel. Maar ondanks de subjectiviteit van onze waarneming over de waarheid, zullen onze pogingen tot intimiteit falen als we niet handelen op basis van wat we oprecht geloven dat waar is. Deze basis van oprechtheid in persoonlijke waarneming is een goede reden voor het (in bescheidenheid) hebben en erkennen van onze waarheid.

Om respectvol en liefdevol naar onze partners te kunnen zijn moeten we op ons gemak zijn bij hen. En onze partners moeten om respectvol en liefdevol met ons te kunnen zijn zich ook op hun gemak voelen bij ons. Wanneer onze grenzen ons in staat stellen onze waarheid te communiceren en de waarheid van de ander te horen, zonder pijn, angst of boosheid te ervaren, zijn de voorwaarden van dit op je gemak zijn aanwezig. Communicatievaardigheden worden zo vaak als vanzelfsprekend gezien dat we blind zijn voor hoe moeilijk communicatie in relaties eigenlijk is. Relaties vereisen een mate van volwassenheid en vaardigheden, en gelukkig ontstaat die volwassenheid als we de vaardigheden leren. Grenzenwerk is het belangrijkste gereedschap bij het ontwikkelen van het soort emotionele communicatie dat leidt tot intimiteit in relaties.

De twee grenzen die we hanteren wanneer we geestelijk of emotioneel intiem zijn zijn de interne luistergrens en de interne praatgrens. Bijna alle problematische relaties lijden onder het feit dat de partners niet goed werkende grenzen hebben wat het hen bijna onmogelijk maakt te luisteren of te praten zonder tussenkomst van hun traumatische voorgeschiedenis [dus zonder in kindbewustzijn te schieten]. Onze interne luistergrens beschermt ons tegen de gedachten en emoties van onze partner wanneer hij of zij ons benadert voor intimiteit met ons. En wij hanteren onze interne praatgrens om onze partner te beschermen wanneer we toenadering doen tot hem of haar voor geestelijke of emotionele intimiteit.

Wanneer iemand tegen ons praat en emoties onze kant op stuurt, staat onze interne luistergrens ons toe gevoelig en betrokken te blijven, terwijl we op het zelfde moment beschermd zijn tegen pijnlijke, verdraaide of irrelevante informatie en emoties. Het hanteren van de luistergrens bemoedigt ons de ideeën en emoties in te schatten die onze kant op worden gestuurd, en om alleen die ideeën en emoties toe te laten die we gepast achten. Deze selectieprocedure wordt gecontroleerd door wat wij weten vanuit ons authentieke zelf – door hoe intiem we zijn met onze eigen waarheid. [de mate waarin we in contact zijn met onze eigen waarheid] Ons verlangen om ons authentieke zelf te beschermen tegen beschadiging is daarom bevorderend voor ons gevoel van eigenwaarde – een daad van eigenliefde ten behoeve van onze authenticiteit.

Om de luistergrens te kunnen hanteren moeten we ons niet fysiek of sexueel onder druk gezet voelen. We praten niet in iemands gezicht en die ander doet dat ook niet bij ons. We hebben genoeg fysieke ruimte nodig tussen ons in om ons betrokken te kunnen voelen, maar niet zoveel ruimte dat het te afstandelijk wordt. We hebben ruimte nodig om binnenkomende geestelijke en emotionele energie te selecteren en te filteren. De afstand die we kiezen waarvandaan we met onze partner willen communiceren zal per persoon verschillen, en ieder van ons moet het erover eens zijn dat de afstand goed is. Als iemand te dicht bij ons komt, zeggen we op een respectvolle manier dat we wat meer ruimte nodig hebben. We vallen de ander niet aan wanneer we dit verzoek doen. Als we behoefte hebben aan meer betrokkenheid dan zeggen we dit en vragen of we dichterbij mogen komen.

Het volgende dat we moeten doen als we de interne luistergrens beoefenen is onszelf eraan herinneren dat het doel van het luisteren is de emotionele identiteit te leren kennen van de persoon die tegen ons praat. Als we vol zelfvertrouwen blijven in onze rol van onderzoeker, zullen we ons niet van de ander afsluiten achter een muur, door afkeer of angst voor wat we van de ander te horen krijgen, omdat we als we dat doen, onze bron van informatie kwijtraken. Als we zelfverzekerd blijven in onze onderzoekende aandacht, zal onze alerte ontvankelijkheid onze partner openen zodat hij of zij genegen zal zijn intimiteit en dingen over zijn of haar ware zelf te onthullen, wat het doel van ons onderzoek is.

Het derde dat we moeten doen is onszelf eraan herinneren niet zo open te zijn dat we ons vermogen om te selecteren en dingen te filteren en te verwerpen verliezen. We moeten bepalen of wat we horen waar, onwaar of twijfelachtig is. Als we woorden horen waarvan we geloven dat ze waar zijn, staan we de informatie toe bij ons te komen. We staan onszelf toe gevoelens te hebben over wat we horen, en we identificeren deze gevoelens helder. Voelen we boosheid, of is het angst? Voelen we liefde, of is het lust? Voelen we schaamte, of is het een schuldgevoel? Misschien is het vreugde. Het is verbazingwekkend hoeveel mensen het gevoel van vreugde niet erkennen. (Zovele onder ons denken dat alleen de relatief heftige gevoelens vreugde schenken dat we vergeten de vreugde te waarderen in ‘louter’ sereniteit). Het is belangrijk die gevoelens te kunnen onderscheiden en dat is niet altijd makkelijk om te doen.

Als wat we horen niet waar is, zal onze grens deze valse informatie de toegang tot ons weigeren en het proces waardoor de informatie emoties teweegbrengt stoppen. We nemen afstand van de persoonlijke geestelijke en emotionele verantwoordelijkheid voor de onwaarheid en concentreren ons in plaats daarvan op wat deze onwaarheid ons vertelt over de persoon die deze onwaarheid verkondigt. Ongeacht of we het er wel of niet mee eens zijn, blijven we respectvol, waarbij we onze partner het recht laten om wat voor gedachten of emoties hij of zij dan ook heeft te hebben. We erkennen dat onze partner gelooft in de waarheid van wat hij of zij zegt, en we herinneren onszelf eraan dat het de waarheid van onze partner is die we aan het ontdekken zijn zodat we hem of haar kunnen leren kennen. In dit proces blijven we open om te horen wie onze partner is maar nemen alleen in wat overeenkomt met onze eigen waarheid. We nemen het niet persoonlijk dat onze partner andere ideeën heeft dan wij.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#26 Bericht door Anna » za okt 08, 2011 4:28 pm

Het zijn niet alleen denkbeelden die we moeten evalueren op waarheid en aannemelijkheid. We moeten ons ook fysiek gewaar zijn van de emotionele energie die naar ons toe wordt uitgezonden. Emoties komen vanuit het lichaam in de vorm van energie. In het proces dat we empathie noemen nemen we de energie van een ander in ons lichaam op en voelen (identificeren ons met) hoe die emotie voor die ander voelt. De luistergrens geeft ons de tijd om de inkomende emotie te identificeren en te besluiten met hoeveel daarvan we empathisch willen zijn. We willen niet overspoeld worden door empathische energie; omdat we in dat geval het contact met onszelf verliezen.

Als we moe zijn bijvoorbeeld, en de emotionele signalen van onze partner een beroep op ons doen om veel empathische energie aan hem te besteden met de bedoeling ons aan te sluiten bij onze partner op zijn energieniveau, is het een goed idee om een beetje afstand te nemen. We zouden een metaforische time out kunnen uitroepen, waarmee we duidelijk maken dat we op dat moment niet voorbereid zijn op zulke opwinding. Als we dat niet doen putten we onszelf uit, worden geïrriteerd of hebben spijt van onze reactie, als we net doen alsof we het spel meespelen en onszelf dan op onze kop geven dat we ons onecht hebben gedragen.

We gebruiken de interne praatgrens als we onze partner benaderen met onze gedachten en emoties. We concentreren ons op onze zelfbeheersing zodat onze waarheid niet explosief is noch aanvallend. Ons essentiële doel is onze waarheid te communiceren zonder te manipuleren, zonder een verborgen agenda mee te nemen in de informatie die we delen. Manipulatie is controlerend en toxic (giftig) en verwoest de intimiteit. We moeten onszelf eraan herinneren dat we aan het praten zijn met de bedoeling dat de ander ons kan leren kennen en niet om controle over de ander te hebben of hem of haar te manipuleren.

Bij het vertellen van de waarheid over hoe we ons voelen is het belangrijk duidelijk te zijn. We vertellen over onze ervaringen door te vertellen wat we hebben gezien, gehoord geproefd, gevoeld op onze huid enzovoorts. We gebruiken niet allerlei bijvoeglijk naamwoorden die een bepaald effect moeten sorteren. Ik zal hier een voorbeeld geven van een emotionele getuigenis van iemand die haar interne praatgrens niet gebruikt.
Mary wil met John over iets praten wat haar van streek heeft gemaakt. Ze zegt: “Toen ik in dat walgelijke appartement van je kwam, zag ik een of andere bitch tegen je aan kroelen terwijl jij aan de telefoon stond te tetteren met die stomme moeder van je. Ik wist dat je niet veel goeds aan het doen was.” Deze benadering is beslist niet de manier waarmee John in de goede gemoedstoestand wordt gebracht om te luisteren naar wat Mary oprecht met hem wil delen over zijn gedrag.

Als ze iets dergelijks had gezegd als: “Toen ik in je appartement kwam, zag ik een vrouw dichtbij je staan, terwijl jij met je moeder aan het praten was. Wat ik daarbij voelde was dat ik niet belangrijk voor je ben, en ik voelde pijn en boosheid.” Als Mary haar interne praatgrens goed gebruikte, zoals in het tweede voorbeeld, had John zijn gedachten en gevoelens met haar kunnen delen over wat Mary net tegen hem had gezegd. In het tweede voorbeeld is niets van wat Mary tegen John zei discutabel of te ontkennen. Ze zei dat ze het appartement binnenkwam, dat ze een vrouw dichtbij hem zag staan, terwijl hij met zijn moeder stond te praten, en dat zij zich toen onbelangrijk voelde en pijn en boosheid ervoer. Als John zijn interne luistergrens gebruikt zal hij weten dat Mary iets in haar hoofd haalde over wat hij aan het doen was en daardoor gekwetst en boos was. Als hij intiem met haar wil zijn, zal hij uitzoeken waarom zij dat zo voelde en wat zijn aandeel daarin was.

Mary heeft haar gevoelens gedeeld en nu kan John zijn emoties delen over wat hij haar heeft horen zeggen. Ze weten beiden dat er een probleem is. Ze kunnen hun verstand en emoties richten op het respectvol aan elkaar vertellen van de waarheid op een zo helder en eenvoudig mogelijke manier. Ze beheersen hun emoties, elkaar niet overspoelend met minachting, woede of angst. Ze besmetten de lucht niet. Ze vertellen de waarheid over hun zelf en doen dit in liefde voor dit zelf. En ze luisteren naar de waarheid van de ander en ook dit is een daad van liefde en respect. De communicatie tussen hen is intiem en ze maken daarmee liefde mogelijk.

Intimiteit die liefde doet ontluiken in de menselijke relatie, bevat het model voor het ontluiken daarvan in alle menselijke wezens. Het kunnen laten ontstaan en voortduren van liefdevolle relaties door het hanteren van grenzen vraagt de vaststelling dat alle menselijke wezens inherente waarde hebben. Die kan altijd opnieuw ontdekt worden, en nooit verwoest worden. De bron van die liefde is een Macht die groter is dan welk zelf ook. Om die te onthullen is een spiritueel pad.

Basisregels om schendingen van de interne luistergrens en praatgrens te voorkomen

1. Impliceer niet door woord of gebaar dat een andere persoon waardeloos is. Dat heet iemand beschamen.

2. Schreeuw niet tegen een andere persoon.

3. Maak een ander niet belachelijk.

4. Lieg niet.

5. Verbreek een belofte of verbintenis niet zomaar.

6. Probeer een ander niet te manipuleren of controle over hem of haar te hebben.

7. Wees niet sarcastisch als je intiem contact hebt. De Griekse etymologische oorsprong van het woord ‘sarcastisch’ is ‘het vlees klieven’.

8. Val iemand niet in de reden.


De opbouw van de interne luistergrens en praatgrens

Hier volgen voorbeelden voor de interne luistergrens en praatgrens waarbij 1) het grenzensysteem in tact is, 2) wanneer er sprake is van een muur, en 3) wanneer grenzen ontbreken.

DE BESCHERMENDE LUISTERGRENS EN PRAATGRENS

1. Wanneer de beschermende interne luistergrens goed werkt, filtert hij dat wat anderen zeggen en neemt alleen de waarheid in zich op. Hij vergelijkt zijn waarheid met die van de ander en neemt alleen in wat waar is voor hem. Wanneer dat wat tegen hem gezegd wordt twijfelachtig of onwaar is, houdt hij het buiten en reageert er niet op, en laat het aan hem voorbij gaan zonder het hem te laten raken.
2. Wanneer iemand een muur heeft als beschermende luistergrens, luistert hij nooit naar wat de ander tegen hem probeert te zeggen, zelfs als dit belangrijk is.
3. Wanneer iemand geen beschermende luistergrens heeft, neemt hij alles in wat de ander tegen hem zegt, zelfs als dit niet overeenkomt met zijn eigen waarheid, en is hij kwetsbaar tegenover alles.

HET BEHEERSDEEL VAN DE LUISTERGRENS EN DE PRAATGRENS

1. Wanneer iemand een goed werkend beheersdeel van zijn interne praatgrens heeft, concentreert hij zich op het vertellen van de waarheid op een respectvolle manier. Hij probeert ‘politiek’ (slim) en diplomatiek te zijn.
2. Wanneer iemand een muur heeft als beheersdeel van zijn interne praatgrens, vertelt hij nooit aan iemand wat belangrijk voor hem is.
3. Wanneer iemand helemaal geen beheersdeel heeft van zijn interne praatgrens, zegt hij alles wat in hem opkomt zonder te kijken of het waar is wat hij zegt en het interesseert hem niet of hij op een respectvolle manier praat.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#27 Bericht door Anna » ma okt 17, 2011 3:13 pm

7. HET VERWIJTSPELLETJE [The Blame Game]

Intimiteit vraagt van ons dat we onze communicatieve energieën aanpassen aan wat voor onze partner comfortabel is. En het is ook nodig dat onze partner zijn of haar communicatie aanpast aan wat comfortabel is voor ons. Dit geven en nemen in het belang van intimiteit en je comfortabel kunnen voelen vraagt van de relatie toewijding, loyaliteit en samenwerking.
Het neemt enige tijd om de basisregels voor intimiteit uit te werken, en we moeten voldoende toegewijd zijn aan de relatie om het vol te houden en de problemen die zich voordoen op te lossen. Zoals ze bij de AA zeggen: “Ga niet weg voordat het wonder geschiedt.”

We moeten loyaal zijn. Loyaliteit gaat over het steunen van je partner als hij of zij een conflict heeft met een ander. De kwestie wordt ingewikkeld als je het niet eens bent met het standpunt dat je partner inneemt, of als jij en je partner op het moment dat je getuige bent van de conflictsituatie niet goed met elkaar kunnen opschieten. Je bent dan zeker in de verleiding om pijn te veroorzaken bij je partner door partij te kiezen voor de andere partij. Dit is waar diplomatie belangrijk wordt, en diplomatie is onderdeel van de wereldpolitiek. We denken gewoonlijk niet aan politiek als iets dat we gebruiken bij het beoefenen van spiritualiteit, maar in intieme relaties is het dat wel.

Wanneer we gedachten, ons lichaam of emoties met een ander delen moeten we er zeker van zijn dat we zorgvuldig omgaan met onze lange termijn belangen door ‘politiek’ (‘slim’) en diplomatiek te zijn met betrekking tot wat voor informatie we bereid zijn over onszelf te onthullen. Deze vorm van gecontroleerde intimiteit wordt mogelijk gemaakt door het hanteren van gezonde grenzen.

We moeten voorzichtig zijn met het vertellen van bepaalde waarheden van ons die kwetsend kunnen zijn voor de ander, zoals vertellen dat we partij kiezen voor de tegenstander. In relaties moeten we diplomatiek zijn voor de relatie en ‘politiek’ (‘slim’) voor onszelf. Het zou bijvoorbeeld niet ‘politiek’ (niet ‘slim’) en ook niet diplomatiek zijn van een echtgenoot om tegen zijn vrouw te zeggen dat haar beste vriendin sexueel aantrekkelijk is en dat hij er vaak aan heeft gedacht sex met haar te hebben. Het zou ook niet slim en diplomatiek zijn als dat zo was. Door niet dat soort informatie te delen zijn we ‘politiek’ voor het zelf en diplomatiek voor de relatie.

Een manier waarmee je sowieso uit de diplomatieke intimiteit stapt is verwijten maken (‘the blame game’ = het verwijtspel). Verwijten is iets wat voortkomt uit diepe onvolwassenheid.
Als kind zijn we meestal een onbeschreven blad, door filosofen een tabula rasa genoemd. In deze fase van onze ontwikkeling zijn we afhankelijk van onze ouders wat de gevoelens en gedragsmatige routines betreft die onze persoonlijkheid vormen. Afhankelijkheid is in deze fase van ons leven normaal. Wanneer de afhankelijkheid voortduurt in volwassenheid, ten koste van een zelf met onafhankelijke waarden en dat emotioneel op eigen benen kan staan, wordt het zelf codependent en vormt dat het centrum van onze volwassen emotionele moeilijkheden in relaties. Gezonde grenzen stellen ons in staat om aan ‘onze kant van de straat te werken’ en te stoppen met anderen de schuld te geven van de gevoelens die we hebben. Ze staan ons toe onszelf te zijn.

We houden ermee op andere mensen de schuld te geven van wat er fysiek of sexueel in ons lichaam gebeurt. We houden ermee op andere mensen de schuld te geven van wat we denken of voelen en wat we hebben verkozen te doen of niet te doen.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#28 Bericht door Anna » vr okt 28, 2011 3:43 pm

Het hanteren van de praatgrens is nuttig om helder te krijgen waar onze verantwoordelijkheid ligt voor onze eigen gevoelens. Laten we zeggen dat tijdens een zakenvergadering waar Peter een mondelinge presentatie houdt, Susan haar stoel achteruit duwt en de kamer verlaat. Peter vindt dit helemaal niet leuk. Als Peter geen vaardigheden heeft in het uitoefenen van grenzen en, daardoor ook niet van de praatgrens, zal hij Susan na de vergadering misschien confronteren en iets zeggen als: “Als je me wilt vernederen ten overstaan van al deze mensen door de kamer uit te gaan en op geen enkele manier rekening te houden met mijn gevoelens, maak je me razend en zet je me voor iedereen voor gek.”
Feit is misschien dat Susan de kamer uit is gegaan naar de wc en dat de andere leden van de vergadering de presentatie van Peter geweldig vonden. Omdat de enige waarheid die we kennen zo geconditioneerd is door onze eigen waarneming ervan, zal onze praatgrens ons moeten beperken tot alleen dat wat onbetwistbaar waar is.

Peter zou na de vergadering tegen Susan kunnen zeggen, nadat hij een comfortabele afstand van haar heeft ingenomen (die ook voor haar comfortabel is),: “Susan, toen je de kamer uit ging toen ik mijn rapport aan het presenteren was aan de groep, wat ik daaruit opmaakte was dat je geen respect voor mij had en ik voelde schaamte, pijn en boosheid.” Merk op dat hij niet zegt dat Susan hem die gevoelens gaf. Hij vertelt haar dat hij toen ze deed wat ze deed zijn eigen interpretatie ervan had en toen gevoelens had over wat hij er zelf in zijn hoofd van gemaakt had. Susan gaf hem die gevoelens niet. In feite zou hij ook een ander soort verklaring hebben kunnen geven zonder dat Susan iets anders had gedaan, zoals: “Susan, toen je de kamer uit ging toen ik mijn rapport aan het presenteren was aan de groep, wat ik daaruit opmaakte was dat ik een bedreiging voor je was, en ik voelde vreugde en pijn. Ik voelde vreugde omdat ik in jouw angst voor mij het bewijs zag van mijn macht in de organisatie, en ik voelde pijn omdat ik empathie voelde met jouw pijn.”
De twee verklaringen verschillen bij Peter, niet bij Susan.

We stoppen er ook mee de schuld op ons te nemen van het geven van bepaalde gevoelens aan anderen. Het is niet functioneel om verantwoordelijkheid te nemen voor gevoelens die anderen hebben in hun lichaam, geest en emoties, of wat zij verkiezen te doen of niet te doen. Onthoud dit voor de volgende keer, als iemand tegen je zegt “Door jou heb ik hoofdpijn”. Als je die opmerking op een gezonde manier verwerkt, zul je erkennen dat die persoon zelf iets heeft verzonnen over jou wat haar dat gevoel heeft gegeven. Tot dan toe weet je niet welk gevoel dat is. Ze weet het waarschijnlijk zelf ook niet. Ze noemt het ‘hoofdpijn’. Je zult misschien geïnteresseerd zijn in hoe ze die hoofdpijn heeft gekregen, maar je neemt er niet de schuld van op je dat jij dit veroorzaakt hebt.

De enige uitzondering op deze regel is wanneer we in aanwezigheid van iemand zijn die zijn zelfbeheersing heeft verloren en een ‘offender’ is geworden, iemand van wie de aanvallen zulke directe schade veroorzaken dat hij of zij daar duidelijk de schuldige van is. Behalve in een dergelijk geval, is de plek waar we naar de oorzaak van onze gevoelens moeten zoeken niet bij anderen maar in onszelf. Zoals Kaptein Ahab [uit Moby Dick], die ik citeerde aan het begin van dit hoofdstuk [Anna: dat heb ik niet vermeld, niet vertaald], geven we de witte walvis de schuld van al onze moeilijkheden en, net als Ahab, plegen we blasfemie tegen het zelf door onze morele verantwoordelijkheid over te geven aan een instantie buiten onszelf.

De basisregels voor het vermijden van het verwijtspel

1. Geef anderen niet de schuld van wat zich afspeelt in jouw lichaam.

2. Geef anderen niet de schuld van wat je denkt.

3. Geef anderen niet de schuld van wat je voelt.

4. Geef anderen niet de schuld van de keuzes die je maakt.


8. PRAAT- EN LUISTERGRENZEN

Dit is een praktisch hoofdstuk. Het kan misschien klinken als een zelfhulp artikel van een van die glossy magazines. Ik heb niets tegen glossy magazines behalve dat hun zelfhulpadvies meestal absoluut en overduidelijk nutteloos is. Zoals bijvoorbeeld als je echtgenoot je mishandelt, te bedenken dat hij ‘kostbaar’ is. Of als je de drang voelt om geld uit te geven om je beter te voelen, om dan te zeggen dat geld niet belangrijk is, en eigenwaarde wel. Of als je wilt liegen om te voorkomen dat je voor schut wordt gezet, dat je eraan herinnerd wordt dat “eerlijkheid het langst duurt”.

Een feit is dat we allemaal beter willen zijn, maar de meesten van ons willen niet beter worden. Het lijkt te moeilijk of te riskant of te verwarrend. Zoals een geestige therapeut eens tegen mij zei: “We vergeten dat als we niet van richting willen veranderen, we uiteindelijk daar terecht zullen komen waar we naar op weg waren.”
We kunnen een grote stap voorwaarts nemen in onze zoektocht naar spirituele vrede als we de technieken aanleren waarmee onze praat- en luistergrenzen in tact blijven. Als we dat doen en onszelf beschermen tegen ongepaste manieren van praten die onze richting op komen (beschermend luisteren) en ongepaste manieren van praten die uit ons komen (beheerst praten), bereiken we een automatische balans die oprechtheid en respect voortbrengen. In die kunstmatig gecreëerde omgeving die het resultaat is van grenzenwerk, komt het echte werk tot stand. Het is zoiets als wat ze bij de AA zeggen als ze erop wijzen dat goede gevoelens volgen op goede acties: “Fake it until you make it” (doe net alsof tot het echt wordt). Of zoals ik aan het begin van dit boek zei, het is de aard van het grenzensysteem om ervaringen van oprechtheid en respect te creëren.

De luister- en praatgrenzen doen dat voor je. Ze veranderen je leven van binnenuit. Eerst zal het uitoefenen van praat- en luistergrenzen ‘onecht’ aanvoelen, in de zin van dat het zo anders is dan wat we gewend zijn in een relatie, dat het ons onecht aandoet. Het goede nieuws is dat het vanzelf als echt gaat aanvoelen, en als het dat doet, zul je ware intimiteit bereiken in je relaties, wat het onmetelijke voordeel oplevert dat het je op het spirituele pad brengt.

De basisregels voor het beoefenen van de interne praatgrens

1. Bepaal je externe fysieke grens om je zo meer op je gemak te voelen als je praat.

2. Denk eraan niet verwijtend of beschuldigend te zijn.

3. Bedenk dat je jezelf met de ander deelt zodat de ander jou kan leren kennen, niet om controle over de ander te hebben of te manipuleren.

4. Denk eraan je emoties te beheersen door middel van ademwerk: adem diep in wanneer je emoties ervaart.

5. Formuleer wat er gebeurd is of wat je wilt delen zonder gebruik te maken van woorden die vernederend zijn (verwoord zintuiglijke input, wat je hebt gezien, gehoord: “Je hebt de televisie lang en hard aan”).

6. Formuleer wat je denkt of in je hoofd haalt over wat je hebt verwoord bij regel 5 (gedachten: “Wat ik me in mijn hoofd haalde was dat het jou niet kon schelen of ik me comfortabel voelde”).

7. Formuleer hoe jij je voelt en/of wat je voelde door wat je in je hoofd haalde en hebt gezegd bij regel 6 (gevoelens: “En ik voelde me daardoor boos en voelde schaamte; gaf mezelf daardoor het gevoel van boosheid en schaamte”).

8. Formuleer wat je hebt gedaan naar aanleiding van je gedachten (die je hebt geformuleerd bij regel 5) en je gevoelens (die je hebt geformuleerd bij regel 6): “En ik besloot om met jou te gaan praten over de manier waarop jij met de televisie omgaat en hoe ik me daarover voel.”

9. Formuleer hoe jij de dingen liever zou willen. Als er onderhandeling nodig is, doe dat dan als volgt: identificeer het probleem; stel verschillende oplossingen voor; kies een oplossing; en zet de oplossing in werking. Evalueer het resultaat daarvan om te zien of verdere onderhandeling hierover nodig is.

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#29 Bericht door Anna » ma nov 28, 2011 3:52 pm

Het eerste wat je moet doen voordat je met iemand gaat praten is de afstand bepalen die je nodig hebt tussen jou en die andere persoon om op een comfortabele manier te kunnen praten. Dat heet: je externe fysieke grens bepalen; de grens die een comfortabele afstand is voor jou.
Lichaamssensaties kunnen je helpen de afstand te peilen. Als je te dichtbij iemand staat als je begint te praten over een ongemakkelijk onderwerp, zul je in je lichaam misschien een gevoel hebben dat je achterover wilt hellen of achteruit stappen. Je hebt het gevoel dat als je zou gaan praten de woorden terug in je mond worden geduwd. In tegenstelling tot als je te ver weg zou staan, en je lichaam je misschien het gevoel zou geven dat je naar voren wilt hellen of naar voren stappen. Je lichaam helpt je te bepalen wat een comfortabele afstand voor je is voor dit gesprek.

Bijvoorbeeld, stel dat Michelle erover denkt met haar man Mark te gaan praten over wat ze hem zag doen met zijn ex-vrouw, en ze weet dat hij dat niet wil horen en waarschijnlijk boos zal worden. Ze zal ongetwijfeld weten dat ze niet te dichtbij hem moet gaan staan. Dus zal ze er niet alleen over nadenken wat ze tegen hem wil zeggen, maar ook over wat ze weet uit het verleden hoe hij zich gedroeg als ze dit onderwerp aanroerde, en haar afstand bepalen naar gelang haar gevoelens.
Als ze opmerkt dat hij in hun U-vormige keuken aan de ene kant van het keukenblok staat, zal ze misschien geneigd zijn de achterdeur uit te gaan en met hem te praten door het keukenraam. Maar dat zou niet gepast zijn. Het zou beter zijn aan het andere eind van het keukenblok te gaan staan, wat hen een kleine twee meter afstand zou geven. Dan zou er die barrière tussen hen tweeën zijn, zo dat Michelle dichterbij zou kunnen komen als ze dat wilde, maar niet zo dichtbij dat ze haar woorden er niet uit zou krijgen omdat ze het gevoel had dat Mark met zijn energie te dicht op haar zat.

Deze manier van haar afstand kiezen tussen haar en haar man zou ze van tevoren overdenken. Laten we zeggen dat Michelle ongeveer twee meter bij Mark vandaan staat aan de andere kant van het keukenblok en dat hij bij het fornuis staat. Regel 2 herinnert haar eraan hem niet de schuld te geven van wat ze denkt, en ook niet van wat ze voelt als gevolg van die gedachte, en wat ze zou willen doen als gevolg van die gedachte en gevoelens.
Als ze haar zinnen vormt waarmee ze haar gedachten en gevoelens beschrijft en wat ze heeft gedaan of zou willen doen, zou ze niet de woorden ‘jij gaf me dat gevoel’ gebruiken (‘you made me feel angry, sad, happy, hopeless’). Ze zou er bijvoorbeeld aan denken niet te zeggen: “Toen ik jou dat zag doen gaf je mij het gevoel dat .., of maakte jij dat ik dit dacht of deed.” We moeten altijd verantwoordelijkheid nemen voor onze gedachten, waarnemingen, emoties en gedrag.

Het derde wat we moeten doen is iets in het hart van deze grens en een van de belangrijkste dingen om ons op te concentreren: je praat met je partner om hem of haar de gelegenheid te geven jou te leren kennen, niet om controle over hem of haar te hebben of te manipuleren. De meeste mensen hebben als ze over een onderwerp praten dat moeilijk voor hen is de drang om te manipuleren of controle over de ander te willen hebben. Ze willen een of ander resultaat bereiken met wat ze vertellen. Je weet dat je in die manipulatieve, controlerende manier van zijn bent als je aan jezelf de vraag stelt: “Zeg ik dit tegen mijn partner zodat hij ….?” Je moet kijken naar het woordje zodat. Als je dat woord gebruikt betekent dat dat je een bepaalde uitkomst wilt en dat je daar een zekere gehechtheid aan hebt.

Als je merkt dat je wanneer je aan het praten bent het woordje ‘zodat’ gebruikt, moet je aan jezelf erkennen dat je wilt dat die ander zijn gedrag verandert op zo’n manier dat je een andere uitkomst wilt dan wat er nu gebeurt. Dat moet je ook erkennen tegenover je partner. Bijvoorbeeld, Michelle zou kunnen zeggen:

“Luister, Mark, ik zou graag mijn waarnemingen, gedachten en emoties met je willen delen over hoe jij de afgelopen week met Nicole bent omgegaan. Maar voordat ik dat doe wil ik je ook zeggen dat ik eigenlijk probeer iets onder controle te krijgen hierin. Ik voel dat ik me hecht aan een bepaalde uitkomst. Ik zou eigenlijk willen dat je bepaald gedrag verandert, en daar klamp ik me aan vast. Dat moet ik toegeven, omdat ik echt vind dat je het recht hebt om te zijn wie jij bent, en dat ik niet het recht heb om controle over je uit te oefenen of je te manipuleren naar hoe ik zou willen dat je was. Ik wil je dat zeggen omdat ik voel dat ik me vastklamp aan de dingen die ik zeg en zou willen.”

Wanneer je zo’n openhartige erkenning doet over de waarheid van je gedachten en gevoelens, stelt je dat in staat om die hechting los te laten, in het besef dat je partner een kostbaar iemand is die het recht heeft te zijn wie hij of zij is en dat jij het recht hebt met hem of haar te delen wie jij bent. Hoewel je zou willen dat je partner anders was, heb je niet het recht te zeggen wie jouw partner zou moeten zijn op deze planeet. (Een uitzondering hierop is wanneer er sprake is van een schending van jouw grenzen, bijvoorbeeld wanneer iemand je fysiek, mentaal of verbaal mishandelt door een directe aanval op je eigenwaarde, vaak gepaard gaand met schreeuwen of schelden.)

Het is belangrijk de emoties die je ervaart terwijl je aan het praten bent niet te laten groeien en te krachtig te laten worden. Daar komt regel 4 aan de orde. Zonder ademwerk gaat de energie die zich in jou opbouwt uitstralen in de richting van je partner en hem of haar overspoelen.

Regel 5 is dat je begint je feitelijke praatgrens in werking te stellen. Je stelt vast wat je observeert. Dan stel je vast wat er volgens jou gebeurt. Ik noem dit de zintuiglijke input: wat je hebt gezien met je ogen, wat je hebt gehoord met je oren, wat je hebt geroken met je neus, wat je hebt geproefd met je tong en wat je lichamelijk hebt gevoeld op je huid. Zoals Joe Friday zou zeggen: ‘gewoon de feiten’.
Je moet er goed op letten geen woorden te gebruiken die je partner, of wie dan ook en op wat voor manier dan ook vernederen. Bijvoorbeeld, als Michelle het op een incorrecte manier zou zeggen zou het als volgt klinken:

“Je kwam gisteravond achteloos thuis zonder me te vertellen dat je laat thuis zou komen. Je denderde door de voordeur als een nijlpaard, sloeg de deur tegen de muur, en als een botte hufter ging je naar de slaapkamer zonder een woord tegen me te zeggen.”

De woorden nijlpaard en botte hufter zijn vernederend. Michelle moet op een respectvolle manier tegen Mark praten over zijn gedrag.

“Je kwam gisteravond laat thuis. Je had me beloofd dat je zou bellen als het laat zou worden, en dat heb je niet gedaan. Toen je de voordeur opendeed deed je dat zo hard dat de deur tegen de muur aan sloeg. En daarna liep je zonder een woord tegen me te zeggen of naar me te kijken door de keuken en de gang naar de slaapkamer.”

In dit laatste voorbeeld gebruikt Michelle geen woorden die impliceren dat Mark minder waard zou zijn op wat voor manier dan ook. Ze zei letterlijk wat ze had geobserveerd zonder enig oordeel.
Het volgende wat Michelle zou kunnen zeggen is wat ze bij Marks gedrag dacht (regel 6). Hier volgt een voorbeeld van een disfunctionele reactie:

“Je bent gevoelloos, beledigend en egocentrisch.”

Een functionele reactie zou zijn:

“Ten eerste hield je je niet aan een afspraak die we hadden gemaakt, dat je zou bellen als het laat zou worden. En wat ik daarbij denk is dat je een overeenkomst geschonden hebt en dus dat je me kwetst.

Michelle praat hier niet op een manier die vernederend is voor Mark. Ze vertelt hem alleen wat ze dacht.
Het volgende wat Michelle zou kunnen zeggen komt neer op regel 7. Ze vertelt wat voor emoties ze had met betrekking tot wat ze net had gezegd bij regel 6, namelijk over het verbreken van de afspraak en dat ze invulde dat hij zich zeker schuldig voelde over wat hij de avond ervoor had gedaan.

“Ik voelde me boos en bang.”

Merk op dat ze bij regel 6 en 7 niet zei ‘je maakte dat’ ik me sus of zo voelde, of dacht.
Als Michelle actie had ondernomen naar aanleiding van wat ze dacht of observeerde:

“Ik heb je kantoor gebeld om te zien of je daar nog was, en daar kreeg ik geen gehoor.”

Michelle wil een ander gedrag van Mark, maar ze verwoordt het als een voorkeur, iets wat ze graag zou willen.

“Als je in het vervolg weer laat bent, zou ik het prettiger vinden als je me belde en het me even laat weten. En ik zou het in het vervolg ook prettiger vinden als je thuis komt dat je laat merken dat ik er ben in plaats van zonder iets te zeggen naar bed te gaan.”

Michelle gebruikt de woorden ‘zou het prettiger vinden’ omdat ze niet het recht heeft controle over Mark uit te oefenen in hoe hij thuis komt of wat hij moet zeggen als hij dat doet.

Dat Mark de overeenkomst verbreekt dat hij zou bellen als het laat zou worden is een schending van grenzen. Als we ons binden aan een afspraak met iemand om iets dergelijks te doen en we verbreken die afspraak zomaar, schenden we in feite de grenzen van die persoon. Michelle zou hierover kunnen zeggen:

“Toen je je niet hield aan wat je met me had afgesproken, wist ik dat dat een schending van mijn grenzen was, en ik wil dat je stopt met het maken van afspraken die je niet nakomt, want dat is mishandeling voor mij."

Anna
Site Admin
Berichten: 18451
Lid geworden op: vr nov 05, 2004 10:09 pm

#30 Bericht door Anna » wo feb 01, 2012 4:50 pm

Het belangrijkste waar je je op moet concentreren voor het bewaren van een gezonde praatgrens is beheersing – respectvolle beheersing - zodat er geen beschuldigingen op wat voor manier dan ook uit je mond komen. Er moeten geen pogingen zijn om controle over de ander uit te oefenen of de ander te manipuleren. En iets anders waar je op moet letten is geen minachtende, neerbuigende of sarcastische taal te gebruiken waarmee je de ander beschaamt of vernedert. Met zulke taal breng je jezelf in een mishandelende, betuttelende positie, waarmee je op de ander neerkijkt en het onmogelijk wordt je relationeel tot elkaar te verhouden, en wat een falen is in het ervaren van gepaste eigenwaarde van jouw kant – de fout van jezelf als superieur zien.

Je grenzen behouden kost energie. Het vereist dat je alert bent en klaar om je grenzenvaardigheden in werking te stellen. Zelfs als we een redelijke hoeveelheid ervaring hiermee hebben, kunnen de woorden van onze partner, omdat we perfect imperfecte menselijke wezens zijn, ervoor zorgen dat we het gevoel hebben vernederd te worden en pijn, schaamte, boosheid of angst ervaren. Wanneer deze emoties zijn teweeggebracht doordat we ongepast kwetsbaar werden, kunnen we een techniek gebruiken waarmee we de emotie kunnen reduceren en ervoor zorgen dat die de ruimte niet besmet, waarmee we onze partner slachtoffer zouden maken van de door ons overgebrachte energieën. Wat we moeten doen is ze met onze adem onderwerpen. Ja dat is het. We halen diep en langzaam adem en stellen ons de emotie die we ervaren voor als een lichamelijke aanwezigheid. Dan ademen we erin en laten hem los. We stellen ons voor dat het door ons heen gaat als een geest. Op deze manier zorgen we ervoor dat de emotie niet giftig wordt, en door de lucht zweeft en onze partner aantast.

Als we in de emotie ademen die we voelen door wat iemand tegen ons heeft gezegd, leren we een les in nederigheid, en die les is dat we nooit helemaal vrij zijn van ons traumatische verleden; dat we altijd wat sporen van de mishandeling in onze jeugd in ons hebben. We zijn niet perfect, maar we kunnen wel bewust zijn.

Als het ons niet is gelukt ons te beheersen en we verbolgen zijn uitgevallen als reactie op een aanval die we ons in hoofd hadden gehaald, hebben we iets goed te maken aan onze partner. En als we dan onze praatgrens in praktijk brengen, delen we met onze partner onze ervaring waardoor zijn of haar woorden, daden of gedachten ons terugvoerden op een weg die pijnlijke emoties teweegbrachten. We bevrijden onze partner van onze beschuldiging. We nemen verantwoordelijkheid. Dit is een heel spiritueel moment. Op zulke momenten worden liefde en vertrouwen gecreëerd.

We kunnen onszelf troosten door onszelf te herinneren aan onze imperfecte menselijkheid. We kunnen onszelf complimenteren met ons groeiende bewustzijn naar volwassenheid. Grenzen, die op de juiste manier worden gepraktiseerd, beschermen ons tegen alles wat maar over je grenzen gaat.
Als we echter zijn teruggeschoten in een kinderlijke egotoestand [‘kindbewustzijn’] door een posttraumatische restimulatie van een kinderwond die veroorzaakt werd door een pijnlijk gesprek in het heden, is het eerste wat we moeten doen de ouderrol tegenover onszelf op ons nemen. We moeten onszelf misschien figuurlijk een time-out geven. We laten onze excuses aan anderen even voor later. Op een rustige plek moeten we in feite ‘chair work’ gaan doen in ons eentje. We nodigen het mishandelde kind in ons uit zich voor ons te verbeelden, en we vertellen haar dat we empathie voelen voor de emotie die zij voelde, zoals pijn, angst, schaamte of boosheid. We stellen haar gerust dat we weten hoe die is toegebracht en wat zij deed om die emotie in het oude gezinssysteem te passen. We zeggen tegen haar dat we haar pijn voelen, maar dat ze nu een functionele volwassen heeft die voor haar zorgt, een volwassene die haar pijn zal verlichten en haar beschermen tegen kwaad. Natuurlijk zijn wij zelf het kind en de volwassene.

Deze zelf-loutering zal ons helpen onze grenzen te herstellen. Als we reageren vanuit geconditioneerdheid en we dat soort reacties niet met ons verstand te lijf gaan, versterken we die conditionering. Echter, als we die conditionering continu bevechten, verzwakken we die en verdwijnt hij uiteindelijk. Zoals er in het nummer wordt gezongen: “Getting better all the time” [vert. 'het gaat steeds beter'; liedje van de Beatles].

Gesloten